Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: rührig

German and Dutch Search Results for: rührig

Summary

German to Dutch: more detail...

rührig:
- ongedurig
Wiktionary:
- rührig → bezig, bedrijvig
- rührig → druk, levendig, kras, kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker, actief, bedrijvend, werkdadig, werkend, werkzaam, bedrijvig, effectief, werkelijk, daadwerkelijk, drastisch

German

Detailed Translations for rührig from German to Dutch

rührig:

rührig adj

rührig (ruhelos; steif; unruhig; unbeständig; rastlos; zappelig; flatterhaft)
ongedurig
- ongedurig adj

Translation Matrix for rührig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
ongedurig	flatterhaft; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig

Synonyms for "rührig":

aktiv; lebendig; lebenskräftig; lebhaft; munter; quicklebendig; quirlig; rege; sanguin; umtriebig; vital

Wiktionary Translations for rührig:

rührig

adjective

geschäftig, von Unternehmergeist besessen
- rührig → bezig

rührig

adjective

tot hard werken geneigd
- bedrijvig → rührig

Cross Translation:

From	To	Via
• rührig	→ druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig	↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
• rührig	→ actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig	↔ agissant — Qui agir, qui se donner beaucoup de mouvement.
• rührig	→ actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk	↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.
• rührig	→ actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; drastisch	↔ énergique — Qui a de l’énergie.