Summary
German to Dutch: more detail...
-
fristen:
-
Wiktionary:
fristen → aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, afwisselen, variëren, werken, verschillen, schelen, uiteenlopen, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, toegeven, afstaan, wijken, afdanken, afmonsteren, doorsturen, doorzenden, heruitzenden, ontslaan, ontzetten, refereren, reflecteren, retourneren, royeren, spiegelen, terugbezorgen, teruggooien, terugkaatsen, terugsturen, terugwerpen, terugwijzen, uitdrijven, verdrijven, verjagen, verwijzen, weerkaatsen, weerspiegelen, wegdrijven, wegjagen, vertragen
-
Wiktionary:
German
Suggestions for fristen in German
Spelling Suggestions for: fristen
Wiktionary Translations for fristen:
Cross Translation:
External Machine Translations:
Dutch