Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: antasten

German and Dutch Search Results for: antasten

Summary

German to Dutch: more detail...

antasten:
- aantasten
Wiktionary:
- antasten → tasten, betasten, voelen, bevoelen, gewaarworden, aanvoelen, gevoelen, geuren, rieken, ruiken, peuteren, pulken, vingeren

German

Detailed Translations for antasten from German to Dutch

antasten:

antasten [das ~] nom

antasten (angreifen)
aantasten
- aantasten [znw.] nom

Translation Matrix for antasten:

Noun	Related Translations	Other Translations
aantasten	angreifen; antasten
Verb	Related Translations	Other Translations
aantasten		beeinträchtigen; benachteiligen; beschädigen; entzweireißen; kränken; zerbrechen; zerschlagen; zertrümmern

Synonyms for "antasten":

leicht berühren; streifen; tangieren; touchieren

Wiktionary Translations for antasten:

Cross Translation:

From	To	Via
• antasten	→ tasten; betasten; voelen; bevoelen	↔ palper — Traductions à trier suivant le sens
• antasten	→ voelen; gewaarworden; aanvoelen; gevoelen; tasten; betasten; bevoelen; geuren; rieken; ruiken	↔ sentir — Traductions à trier suivant le sens
• antasten	→ tasten; betasten; voelen; bevoelen; peuteren; pulken; vingeren	↔ tâter — toucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.

External Machine Translations: