Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Geiselhaft

German and Dutch Search Results for: Geiselhaft

Summary

German to Dutch: more detail...

Geiselhaft:
- Wiktionary:
  Geiselhaft → gijzeling

German

Detailed Translations for Geiselhaft from German to Dutch

Geiselhaft: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

Geisel: gegijzelde; ontvoerder; kidnapper; gesel
Haft: boete; straf; gevangenisstraf; opsluiting; hechtenis; gevangenhouding; celstraf; detentie; internering
Geißel: zweep; paardenzweep

Wiktionary Translations for Geiselhaft:

Geiselhaft

noun

het gevangen houden of nemen van iemand ten einde iets af te dwingen
- gijzeling → Beugehaft; Geiselhaft; Geiselnahme