Summary
German
Detailed Translations for Arbeitsbock from German to Dutch
Arbeitsbock: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Arbeit: taak; inspanning; ambacht; werk; vak; beroep; werkstuk; verhandeling; hobby; activiteit; arbeid; bezigheid; werkzaamheid; bedrijvigheid; baan; werkplek; werkkring; job; karwei; loonwerk; loonarbeid; klusje; karweitje; gisting; krachttoer
- Bock: blunder; flater; biljartsteun
Wiktionary Translations for Arbeitsbock:
External Machine Translations: