Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Abendessen

German and Dutch Search Results for: Abendessen

Summary

German to Dutch: more detail...

Abendessen:
- diner; avondmaaltijd; avondeten; avondmaal; souper; feestdiner
Wiktionary:
- Abendessen → avondeten, avondmaal
- Abendessen → avondeten

German

Detailed Translations for Abendessen from German to Dutch

Abendessen:

Abendessen [das ~] nom

Abendessen (Diner; Abendmahlzeit)
het diner; de avondmaaltijd; het avondeten; het avondmaal
- diner [het ~] nom
- avondmaaltijd [de ~ (m)] nom
- avondeten [het ~] nom
- avondmaal [het ~] nom
Abendessen (Souper)
het souper; het feestdiner
- souper [het ~] nom
- feestdiner [het ~] nom

Translation Matrix for Abendessen:

Noun	Related Translations	Other Translations
avondeten	Abendessen; Abendmahlzeit; Diner
avondmaal	Abendessen; Abendmahlzeit; Diner
avondmaaltijd	Abendessen; Abendmahlzeit; Diner
diner	Abendessen; Abendmahlzeit; Diner	Essen; Mahlzeit; Speise
feestdiner	Abendessen; Souper	Bankett; Festessen; Festmahl; Galadiner; festliche Essen
souper	Abendessen; Souper

Synonyms for "Abendessen":

Abendbrot; Abendmahlzeit; Nachtessen; Nachtmahl; Souper; Vesper; Znacht; Essen; Gericht; Mahl; Mahlzeit; Speise

Wiktionary Translations for Abendessen:

Abendessen

noun

(in Teilen Nord- und Ostdeutschlands warme) Mahlzeit, die zu Tagesende verzehrt wird
- Abendessen → avondeten

Abendessen

noun

de maaltijd die men 's avonds nuttigt
- avondmaal → Abendessen

Cross Translation:

From	To	Via
• Abendessen	→ avondeten	↔ supper — food before going to bed
• Abendessen	→ avondeten	↔ supper — dinner at night