Summary
German to Dutch: more detail...
-
notschlachten:
-
Wiktionary:
notschlachten → afmaken, laten inslapen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for notschlachten from German to Dutch
notschlachten: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Not: nood; noodtoestand; behoeftigheid; noodwendigheid; zorgen; problemen; sores; ongeluk; ramp; pech; tegenslag; moeilijkheden; ellende; terugslag; onheil; tegenspoed; rampspoed; malheur; onspoed; gebrek; armoede; misère; kwel; kommer
- schlachten: slachten
- Schlachten: slachting; slachten van vee; afwerken; afmaken
Wiktionary Translations for notschlachten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• notschlachten | → afmaken; laten inslapen | ↔ destroy — to put down or euthanize (e.g. an animal) |
External Machine Translations: