Interglot - Tendenz: German and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Tendenz:
- mode; trend; betekenis; bedoeling; beduidenis; beduiding; tendens; strekking; karakter; aard; geaardheid; inborst; modeverschijnsel; inclinatie; neiging; hang; gezindheid; geneigdheid; tendentie
Wiktionary:
- Tendenz → tendens
- Tendenz → neiging, richting, stemming, strekking, stroming, tendentie, tendens, trend

German

Detailed Translations for Tendenz from German to Dutch

Tendenz:

Tendenz [die ~] nom

die Tendenz (Mode; Trend; Neigung)
de mode; de trend
- mode [de ~] nom
- trend [de ~ (m)] nom
die Tendenz (Bedeutung; Sinn; Wert; Wichigkeit; Tragweite)
de betekenis; de bedoeling; beduidenis; beduiding
- betekenis [de ~ (v)] nom
- bedoeling [de ~ (v)] nom
- beduidenis [znw.] nom
- beduiding [znw.] nom
die Tendenz
de tendens; de strekking
- tendens [de ~] nom
- strekking [de ~ (v)] nom
die Tendenz (Art; Charakter; Gesinnung; Neigung)
het karakter; de aard; de geaardheid; de inborst
- karakter [het ~] nom
- aard [de ~ (m)] nom
- geaardheid [de ~ (v)] nom
- inborst [de ~] nom
die Tendenz (Modeerscheinung; Trend)
het modeverschijnsel; de trend
- modeverschijnsel [het ~] nom
- trend [de ~ (m)] nom
die Tendenz (Geneigtheit; Hang; Neigung; Einstellung; Trend; Gesinnung; Vorliebe)
de inclinatie; de neiging; de hang; de gezindheid; de geneigdheid
- inclinatie [de ~ (v)] nom
- neiging [de ~ (v)] nom
- hang [de ~ (m)] nom
- gezindheid [de ~ (v)] nom
- geneigdheid [de ~ (v)] nom
die Tendenz (Trend; Neigung; Ausrichtung)
de tendens; de neiging; de trend; de geneigdheid
- tendens [de ~] nom
- neiging [de ~ (v)] nom
- trend [de ~ (m)] nom
- geneigdheid [de ~ (v)] nom
die Tendenz (Einstellung; Neigung; Geneigtheit)
de tendentie
- tendentie [de ~ (v)] nom

Translation Matrix for Tendenz:

Noun	Related Translations	Other Translations
aard	Art; Charakter; Gesinnung; Neigung; Tendenz	Art; Charakter; Gattung; Gemüt; Natur; Naturbezüge; Seele; Sorte; Wesen
bedoeling	Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit
beduidenis	Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit
beduiding	Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit
betekenis	Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit	Annehmen; Bedeutung; Inhalt; Sinn; Tragweite; Wert
geaardheid	Art; Charakter; Gesinnung; Neigung; Tendenz	Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen
geneigdheid	Ausrichtung; Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe
gezindheid	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe	Anschauung; Ansicht; Auffassung; Bekenntnis; Denkweise; Gesinnung; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; Standpunkt; religiöse Überzeugung; Überzeugung
hang	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe
inborst	Art; Charakter; Gesinnung; Neigung; Tendenz	Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Seele; Sinnesart; Temperament; Wesen
inclinatie	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe	Zuneigung
karakter	Art; Charakter; Gesinnung; Neigung; Tendenz	Art; Charakter; Gemüt; Natur; Persönlichkeit; Schriftzeigen; Seele; Wesen
mode	Mode; Neigung; Tendenz; Trend
modeverschijnsel	Modeerscheinung; Tendenz; Trend
neiging	Ausrichtung; Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe	Andrag; Antrieb
strekking	Tendenz	Sinn; Tenor
tendens	Ausrichtung; Neigung; Tendenz; Trend
tendentie	Einstellung; Geneigtheit; Neigung; Tendenz
trend	Ausrichtung; Mode; Modeerscheinung; Neigung; Tendenz; Trend

Synonyms for "Tendenz":

Bias; systematische Abweichung; systematischer Fehler; Verzerrung
Einschlag; Entwicklung; Färbung; Neigung; Richtung; Trend
Affinität; Anziehung; Begierde; Geneigtheit; Hang; Lust; Verlangen

Wiktionary Translations for Tendenz:

Tendenz

noun

beweging in bepaalde richting, neiging
- tendens → Tendenz

Cross Translation:

From	To	Via
• Tendenz	→ neiging	↔ tendency — likelihood of behaving in a particular way
• Tendenz	→ richting; stemming; strekking; stroming; tendentie; tendens; trend	↔ tendance — Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.

Remove Ads

German and Dutch Search Results for: Tendenz

Detailed Translations for Tendenz from German to Dutch

Tendenz:

Tendenz [die ~] nom

die Tendenz (Mode; Trend; Neigung)

die Tendenz (Bedeutung; Sinn; Wert; Wichigkeit; Tragweite)

die Tendenz

die Tendenz (Art; Charakter; Gesinnung; Neigung)

die Tendenz (Modeerscheinung; Trend)

die Tendenz (Geneigtheit; Hang; Neigung; Einstellung; Trend; Gesinnung; Vorliebe)

die Tendenz (Trend; Neigung; Ausrichtung)

die Tendenz (Einstellung; Neigung; Geneigtheit)

Translation Matrix for Tendenz:

Synonyms for "Tendenz":

Wiktionary Translations for Tendenz: