Interglot - Absicht: German and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Absicht:
- voornemen; plan; opzet; intentie; moedwil; mening; opinie; overtuiging; doelwit; doel bij voetbalwedstrijd; goal; oogmerk; toeleg
Wiktionary:
- Absicht → opzet, bedoeling
- Absicht → opzet, voornemen, intentie, bedoeling, doel, strekking, plan, toeleg, zin, doelstelling, doelwit, honk, wit, zeggen, woord, betoog

German

Detailed Translations for Absicht from German to Dutch

Absicht:

Absicht [die ~] nom

die Absicht (Vorsatz; Plan; Vorhaben; Entschluß)
het voornemen; de plan; de opzet
- voornemen [het ~] nom
- plan [de ~] nom
- opzet [de ~ (m)] nom
die Absicht (Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck; Endzweck)
de intentie; het voornemen; de moedwil
- intentie [de ~ (v)] nom
- voornemen [het ~] nom
- moedwil [de ~ (m)] nom
die Absicht (Meinung; Standpunkt; Überzeugung; Ansicht; Glaube; Entscheidung; Urteil; Anschauungsweise; Auffassung; Vorstellung; Anschauung; Denkweise; Eindruck; Wertung)
de mening; de opinie; de overtuiging
- mening [de ~ (v)] nom
- opinie [de ~ (v)] nom
- overtuiging [de ~ (v)] nom
die Absicht (Tor bei einem Fußballspiel; Zweck; Ziel; Zielscheibe; Endziel)
het doelwit; doel bij voetbalwedstrijd; de goal
- doelwit [het ~] nom
- doel bij voetbalwedstrijd [znw.] nom
- goal [de ~ (m)] nom
die Absicht (Augenmerk)
het oogmerk
- oogmerk [het ~] nom
die Absicht (Plan)
de toeleg
- toeleg [de ~ (m)] nom

Translation Matrix for Absicht:

Noun	Related Translations	Other Translations
doel bij voetbalwedstrijd	Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielscheibe; Zweck
doelwit	Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielscheibe; Zweck	Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe
goal	Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielscheibe; Zweck	Tor; Treffer
intentie	Absicht; Endzweck; Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck	Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
mening	Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung	Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vorstellung
moedwil	Absicht; Endzweck; Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck
oogmerk	Absicht; Augenmerk
opinie	Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung	Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Begriff; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Gedanke; Gesichtspunkt; Idee; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vorstellung
opzet	Absicht; Entschluß; Plan; Vorhaben; Vorsatz	Planung
overtuiging	Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung	Anschauung; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Gesinnung; Glaube; Standpunkt; Überzeugung
plan	Absicht; Entschluß; Plan; Vorhaben; Vorsatz	Abriß; Aktienkurs; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Kurs; Maßstab; Niveau; Notiz; Plan; Planung; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
toeleg	Absicht; Plan
voornemen	Absicht; Endzweck; Entschluß; Intention; Plan; Vorhaben; Vorsatz; Ziel; Zweck
Verb	Related Translations	Other Translations
voornemen		beabsichtigen; vornehmen
Not Specified	Related Translations	Other Translations
plan		Plan

Synonyms for "Absicht":

Vorsatz; Ziel; Zweck
Ansinnen; Behuf; Intention; Plan; Vorhaben

Wiktionary Translations for Absicht:

Absicht

noun

Recht: besondere Form des Vorsatzes im Strafrecht, die sich dadurch auszeichnet, dass es dem Täter auf den Erfolg ankommt
- Absicht → opzet
Grund für eine Handlung
- Absicht → opzet
geplante noch nicht abgeschlossene Handlung
- Absicht → opzet

Absicht

noun

het doel van een actie, dat wat men wil gaan doen of wil bereiken
- bedoeling → Absicht

Cross Translation:

From	To	Via
• Absicht	→ opzet; voornemen	↔ intention — course intended to follow
• Absicht	→ intentie; bedoeling; opzet	↔ purpose — intention
• Absicht	→ doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; doelstelling; doelwit; honk; wit	↔ dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)
• Absicht	→ voornemen	↔ intention — Mouvement de l’âme par lequel on tend à quelque fin
• Absicht	→ doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; zeggen; woord; betoog	↔ propos — parole échanger dans la conversation.

Related Translations for Absicht

Remove Ads

German and Dutch Search Results for: Absicht

Detailed Translations for Absicht from German to Dutch

Absicht:

Absicht [die ~] nom

die Absicht (Vorsatz; Plan; Vorhaben; Entschluß)

die Absicht (Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck; Endzweck)

die Absicht (Meinung; Standpunkt; Überzeugung; Ansicht; Glaube; Entscheidung; Urteil; Anschauungsweise; Auffassung; Vorstellung; Anschauung; Denkweise; Eindruck; Wertung)

die Absicht (Tor bei einem Fußballspiel; Zweck; Ziel; Zielscheibe; Endziel)

die Absicht (Augenmerk)

die Absicht (Plan)

Translation Matrix for Absicht:

Synonyms for "Absicht":

Wiktionary Translations for Absicht:

Related Translations for Absicht