Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Ausrede

German and Dutch Search Results for: Ausrede

Summary

German to Dutch: more detail...

Ausrede:
- excuus; smoes; voorwendsel; uitvlucht; smoesje
Wiktionary:
- Ausrede → uitvlucht, excuus, omweg, draaierij, smoesje, smoes, toevlucht

German

Detailed Translations for Ausrede from German to Dutch

Ausrede:

Ausrede [die ~] nom

die Ausrede (Entschuldigung; Ausflucht)
het excuus; de smoes; het voorwendsel; de uitvlucht
- excuus [het ~] nom
- smoes [de ~] nom
- voorwendsel [het ~] nom
- uitvlucht [de ~] nom
die Ausrede
het smoesje
- smoesje [het ~] nom

Translation Matrix for Ausrede:

Noun	Related Translations	Other Translations
excuus	Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung	Entschuldigung; Justifikation; Rechtfertigung
smoes	Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung
smoesje	Ausrede
uitvlucht	Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung
voorwendsel	Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung

Synonyms for "Ausrede":

Ausflucht; Entschuldigung; Notlüge; Vorwand
Deckmantel; Scheingrund
Betrug; Desinformation; Erdichtung; Falschaussage; Falschinformation; Fehlinformation; Lüge; Unwahrheit; Verdrehung; Daten; Datenansammlung; Fakten; Information; Wissen

Wiktionary Translations for Ausrede:

Cross Translation:

From	To	Via
• Ausrede	→ uitvlucht; excuus	↔ excuse — explanation designed to avoid or alleviate guilt or negative judgement
• Ausrede	→ omweg; draaierij; smoesje; smoes; toevlucht	↔ détour — action de s’écarter du chemin direct.
• Ausrede	→ draaierij; smoesje; smoes; toevlucht	↔ faux-fuyant — défaite ; échappatoire.