Summary
German to Dutch: more detail...
- voraus sein:
-
Wiktionary:
- voraus sein → opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen, voorgaan, voorlopen, avanceren, in rang opklimmen, overgaan, oprukken, promotie maken, voorafgaan, voor zijn, voorwaarts gaan, vooropgaan
German
Detailed Translations for voraus sein from German to Dutch
voraus sein:
-
voraus sein
vooruit zijn-
vooruit zijn verbe (ben vooruit, bent vooruit, is vooruit, was vooruit, waren vooruit, vooruit geweest)
-
Translation Matrix for voraus sein:
Verb | Related Translations | Other Translations |
vooruit zijn | voraus sein |
Wiktionary Translations for voraus sein:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voraus sein | → opschieten; veld winnen; vlotten; vooruitgaan; vorderen; voorgaan; voorlopen; avanceren; in rang opklimmen; overgaan; oprukken; promotie maken; voorafgaan; voor zijn; voorwaarts gaan | ↔ avancer — pousser en avant, porter en avant. |
• voraus sein | → voorafgaan; voorgaan; voorlopen; vooropgaan; voor zijn | ↔ précéder — aller devant ; marcher devant. |