Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Verdikt:
Dutch to German:   more detail...
  1. verdikken:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Verdikt from German to Dutch

Verdikt:


Synonyms for "Verdikt":


Wiktionary Translations for Verdikt:


Cross Translation:
FromToVia
Verdikt sententie; vonnis; judicium; uitspraak; spreuk; zinspreuk sentenceapophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.



Dutch

Detailed Translations for Verdikt from Dutch to German

Verdikt form of verdikken:

verdikken verbe (verdik, verdikt, verdikte, verdikten, verdikt)

  1. verdikken (door koken dikker worden; indikken)
    eindicken; einkochen
    • eindicken verbe (dicke ein, dickst ein, dickt ein, dickte ein, dicktet ein, eingedickt)
    • einkochen verbe (koche ein, kochst ein, kocht ein, kochte ein, kochtet ein, eingekocht)
  2. verdikken (door koken dikker maken; inbinden; door koken verdikken; indikken; inkoken)
  3. verdikken (dikker worden)
    verdicken; einkochen; eindicken; kondensieren; eindampfen; evaporieren
    • verdicken verbe (verdicke, verdickst, verdickt, verdickte, verdicktet, verdickt)
    • einkochen verbe (koche ein, kochst ein, kocht ein, kochte ein, kochtet ein, eingekocht)
    • eindicken verbe (dicke ein, dickst ein, dickt ein, dickte ein, dicktet ein, eingedickt)
    • kondensieren verbe (kondensiere, kondensierst, kondensiert, kondensierte, kondensiertet, kondensiert)
    • eindampfen verbe (dampfe ein, dampfst ein, dampft ein, dampfte ein, dampftet ein, eingedampft)
    • evaporieren verbe (evaporiere, evaporierst, evaporiert, evaporierte, evaporiertet, evaporiert)

Conjugations for verdikken:

o.t.t.
  1. verdik
  2. verdikt
  3. verdikt
  4. verdikken
  5. verdikken
  6. verdikken
o.v.t.
  1. verdikte
  2. verdikte
  3. verdikte
  4. verdikten
  5. verdikten
  6. verdikten
v.t.t.
  1. heb verdikt
  2. hebt verdikt
  3. heeft verdikt
  4. hebben verdikt
  5. hebben verdikt
  6. hebben verdikt
v.v.t.
  1. had verdikt
  2. had verdikt
  3. had verdikt
  4. hadden verdikt
  5. hadden verdikt
  6. hadden verdikt
o.t.t.t.
  1. zal verdikken
  2. zult verdikken
  3. zal verdikken
  4. zullen verdikken
  5. zullen verdikken
  6. zullen verdikken
o.v.t.t.
  1. zou verdikken
  2. zou verdikken
  3. zou verdikken
  4. zouden verdikken
  5. zouden verdikken
  6. zouden verdikken
diversen
  1. verdik!
  2. verdikt!
  3. verdikt
  4. verdikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
eindampfen dikker worden; verdikken
eindicken dikker worden; door koken dikker worden; indikken; verdikken dikker worden; geconcentreerder worden; stijf maken; stijven; stollen; verstarren; verstenen; verstijven
einkochen dikker worden; door koken dikker worden; indikken; verdikken behouden; bewaren; conserveren; dikker worden; geconcentreerder worden; in blik conserveren; inblikken; inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; ruim overklassen; stollen; zouten
evaporieren dikker worden; verdikken tot damp worden; verdampen; vervliegen
kondensieren dikker worden; verdikken condenseren
lang einkochen zum eindicken door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken
verdicken dikker worden; verdikken dikker worden; doen stollen; geconcentreerder worden; opstijven; stollen

Wiktionary Translations for verdikken:


Cross Translation:
FromToVia
verdikken dicker machen; dick werden; dicker werden; sich verdicken grossirrendre gros, plus ample, plus volumineux.