Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Zeilen

German and Dutch Search Results for: Zeilen

Summary

Dutch to German: more detail...

zeilen:
- segeln
- Segel
zeil:
- Segeltuch; Zelttuch
Wiktionary:
- zeilen → segeln
- zeilen → segeln, Segeln
- zeil → Segel
- zeil → Segel

Dutch

Detailed Translations for Zeilen from Dutch to German

zeilen:

zeilen verbe (zeil, zeilt, zeilde, zeilden, gezeild)

zeilen (varen)
segeln
- segeln verbe (segele, segelst, segelt, segelte, segeltet, gesegelt)

Conjugations for zeilen:

o.t.t.

zeil
zeilt
zeilt
zeilen
zeilen
zeilen

o.v.t.

zeilde
zeilde
zeilde
zeilden
zeilden
zeilden

v.t.t.

heb gezeild
hebt gezeild
heeft gezeild
hebben gezeild
hebben gezeild
hebben gezeild

v.v.t.

had gezeild
had gezeild
had gezeild
hadden gezeild
hadden gezeild
hadden gezeild

o.t.t.t.

zal zeilen
zult zeilen
zal zeilen
zullen zeilen
zullen zeilen
zullen zeilen

o.v.t.t.

zou zeilen
zou zeilen
zou zeilen
zouden zeilen
zouden zeilen
zouden zeilen

diversen

zeil!
zeilt!
gezeild
zeilend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zeilen [de ~] nom, pluriel

de zeilen (zeildoeken)
die Segel
- Segel [die ~] nom

Translation Matrix for zeilen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Segel	zeildoeken; zeilen
Verb	Related Translations	Other Translations
segeln	varen; zeilen	kelderen; stevenen; zakken

Related Words for "zeilen":

zeil

Wiktionary Translations for zeilen:

zeilen

verb

(intransitiv), meist von einem Schiff oder dessen Besatzung den Wind als Antrieb für die Fortbewegung nutzen
- segeln → zeilen

Cross Translation:

From	To	Via
• zeilen	→ segeln	↔ sail — to ride in a boat, especially sailboat
• zeilen	→ segeln	↔ sail — to move briskly and gracefully through the air
• zeilen	→ Segeln	↔ sailing — motion across water

Zeilen form of zeil:

zeil [de ~ (m)] nom

de zeil (dekzeil)
Segeltuch; Zelttuch
- Segeltuch [das ~] nom
- Zelttuch [das ~] nom

Translation Matrix for zeil:

Noun	Related Translations	Other Translations
Segeltuch	dekzeil; zeil	zeildoek
Zelttuch	dekzeil; zeil	tentdoek; tentkleed; tentstof

Related Words for "zeil":

zeilen, zeiltje, zeiltjes

Related Definitions for "zeil":

sterk doek aan de mast van een schip¹
- het zeil werd opgehesen om meer wind te vangen¹
stuk stof van waterdicht materiaal¹
- door het grondzeil van de tent wordt het binnen niet vochtig¹

Wiktionary Translations for zeil:

zeil

noun

ein Stück Stoff zur Nutzung des Windes für die Fortbewegung von Schiffen und Fahrzeugen
- Segel → zeil

Cross Translation:

From	To	Via
• zeil	→ Segel	↔ sail — a piece of fabric attached to a boat

¹Muiswerk Woordenboek