Summary
German to Dutch: more detail...
- scharen:
-
Wiktionary:
- scharen → groeperen, ophopen, verzamelen, afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen, collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, opeenhopen, stapelen, opstapelen, opeenstapelen, tassen
Dutch to German: more detail...
- scharen:
- schar:
- Wiktionary:
German
Detailed Translations for scharen from German to Dutch
scharen:
-
scharen (versammeln)
-
scharen (Geld auf der Bank tun; sparen; sammeln; versammeln; aufbewahren; übrigbehalten; ansammeln)
-
scharen (versammeln; sammeln; ansammeln)
Conjugations for scharen:
Präsens
- schare
- schärst
- schärt
- scharen
- schart
- scharen
Imperfekt
- scharte
- schartest
- scharte
- scharten
- schartet
- scharten
Perfekt
- habe geschart
- hast geschart
- hat geschart
- haben geschart
- habt geschart
- haben geschart
1. Konjunktiv [1]
- schare
- scharest
- schare
- scharen
- scharet
- scharen
2. Konjunktiv
- scharte
- schartest
- scharte
- scharten
- schartet
- scharten
Futur 1
- werde scharen
- wirst scharen
- wird scharen
- werden scharen
- werdet scharen
- werden scharen
1. Konjunktiv [2]
- würde scharen
- würdest scharen
- würde scharen
- würden scharen
- würdet scharen
- würden scharen
Diverses
- schar!
- schart!
- scharen Sie!
- geschart
- scharend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for scharen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
op bankrekening zetten | Geld auf der Bank tun; ansammeln; aufbewahren; sammeln; scharen; sparen; versammeln; übrigbehalten | |
scharen | scharen; versammeln | |
sparen | Geld auf der Bank tun; ansammeln; aufbewahren; sammeln; scharen; sparen; versammeln; übrigbehalten | achten; ansammeln; sammeln; versammeln; verschonen |
verenigen | ansammeln; sammeln; scharen; versammeln | |
verzamelen | ansammeln; sammeln; scharen; versammeln | ansammeln; auflesen; bündeln; einholen; einsammeln; ernten; häufen; lesen; pflücken; sammeln; versammeln; zusammenkommen; zusammensuchen; zusammentragen |
Synonyms for "scharen":
Wiktionary Translations for scharen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• scharen | → groeperen; ophopen; verzamelen | ↔ grouper — Réunir |
• scharen | → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen | ↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser. |
Dutch
Detailed Translations for scharen from Dutch to German
scharen:
-
scharen
Conjugations for scharen:
o.t.t.
- schaar
- schaart
- schaart
- scharen
- scharen
- scharen
o.v.t.
- schaarde
- schaarde
- schaarde
- schaarden
- schaarden
- schaarden
v.t.t.
- heb geschaard
- hebt geschaard
- heeft geschaard
- hebben geschaard
- hebben geschaard
- hebben geschaard
v.v.t.
- had geschaard
- had geschaard
- had geschaard
- hadden geschaard
- hadden geschaard
- hadden geschaard
o.t.t.t.
- zal scharen
- zult scharen
- zal scharen
- zullen scharen
- zullen scharen
- zullen scharen
o.v.t.t.
- zou scharen
- zou scharen
- zou scharen
- zouden scharen
- zouden scharen
- zouden scharen
en verder
- ben geschaard
- bent geschaard
- is geschaard
- zijn geschaard
- zijn geschaard
- zijn geschaard
diversen
- schaar!
- schaart!
- geschaard
- scharende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for scharen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
scharen | scharen | op bankrekening zetten; sparen; verenigen; verzamelen |
versammeln | scharen | bijeenkomen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; inzamelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; samenkomen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen |
Related Words for "scharen":
scharen form of schar:
Translation Matrix for schar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Flunder | schar |
Related Words for "schar":
Wiktionary Translations for schar:
schar
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schar | → Kliesche | ↔ limande commune — zoologie|nocat Espèce de poisson osseux marin, un poisson plat, une limande du nord de l'Europe. |