Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Grammatik

German and Dutch Search Results for: Grammatik

Summary

German to Dutch: more detail...

Grammatik:
- grammatica; spraakkunst; spraakleer
Wiktionary:
- Grammatik → spraakkunst, grammatica
- Grammatik → spraakkunst, grammatica, spraakleer

German

Detailed Translations for Grammatik from German to Dutch

Grammatik:

Grammatik [die ~] nom

die Grammatik (Sprachlehre)
de grammatica; de spraakkunst; de spraakleer
- grammatica [de ~ (v)] nom
- spraakkunst [de ~ (v)] nom
- spraakleer [de ~] nom

Translation Matrix for Grammatik:

Noun	Related Translations	Other Translations
grammatica	Grammatik; Sprachlehre
spraakkunst	Grammatik; Sprachlehre
spraakleer	Grammatik; Sprachlehre

Synonyms for "Grammatik":

Satzbau; Satzstruktur; Syntax

Wiktionary Translations for Grammatik:

Grammatik

noun

das Regelsystem einer Sprache
- Grammatik → spraakkunst; grammatica

Grammatik

noun

een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal.
- grammatica → Grammatik
een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal
- spraakkunst → Grammatik; Sprachlehre

Cross Translation:

From	To	Via
• Grammatik	→ spraakkunst; grammatica	↔ grammar — rules for speaking and writing a language
• Grammatik	→ spraakkunst; grammatica; spraakleer	↔ grammaire — Règle d’une langue