Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Begleichung

Translate Begleichung from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Begleichung:
- betalen; dokken; voldoen; compensatie; tegemoetkoming; aanzuivering; terugbetalingen; restituties

German

Detailed Translations for Begleichung from German to Dutch

Begleichung:

Begleichung [die ~] nom

die Begleichung (Zahlen; Zahlung; Abtragen; Abzahlen)
betalen; het dokken; voldoen
- betalen [znw.] nom
- dokken [het ~] nom
- voldoen [znw.] nom
die Begleichung (Vergütung; Kompensation; Ersatz; Entgegenkommen; Entschädigung; Ausgleich; Ersatzleistung; Zuschuß; Zulage)
de compensatie; de tegemoetkoming
- compensatie [de ~ (v)] nom
- tegemoetkoming [de ~ (v)] nom
die Begleichung (Kompensation; Ausgleich)
de aanzuivering
- aanzuivering [de ~ (v)] nom
die Begleichung (Rückzahlung; Ausgleich; Vergütung; Honorar; Schadenersatz; Gegenleistung; Rückerstattung; Kompensation; Schadenersätze; Schadensersätze)
de terugbetalingen; de restituties
- terugbetalingen [de ~] nom, pluriel
- restituties [de ~] nom, pluriel

Translation Matrix for Begleichung:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanzuivering	Ausgleich; Begleichung; Kompensation
betalen	Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Zahlen; Zahlung
compensatie	Ausgleich; Begleichung; Entgegenkommen; Entschädigung; Ersatz; Ersatzleistung; Kompensation; Vergütung; Zulage; Zuschuß	Kompensierung; Vergütung
dokken	Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Zahlen; Zahlung
restituties	Ausgleich; Begleichung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung
tegemoetkoming	Ausgleich; Begleichung; Entgegenkommen; Entschädigung; Ersatz; Ersatzleistung; Kompensation; Vergütung; Zulage; Zuschuß	Beihilfe; Beistand; Subvention; Unterstützung; Zuschuß; Zuwendung
terugbetalingen	Ausgleich; Begleichung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung
voldoen	Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Zahlen; Zahlung
Verb	Related Translations	Other Translations
betalen		abrechnen; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; honorieren; tilgen; vergüten; zahlen
dokken		andocken; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten
voldoen		abrechnen; ausreichen; eine Rechnung bezahlen; genügen; tilgen; zahlen; zufriedenstellen