Interglot - "Flugschreiber" translated from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Flugschreiber:
- omhulsel; buitenkant; huls; omwindsel; omkleedsel; box; opbergruimte

German

Detailed Translations for Flugschreiber from German to Dutch

Flugschreiber:

Flugschreiber [der ~] nom

der Flugschreiber (UmhÜllung; Hülse; Gehäuse; Verpackung; Gefäß; Packung; Büchse; Schachtel; Dichtung; Kapsel; Aufmachung; Dose; Kasten; Karton; Spreu; Emballage; Liderung)
het omhulsel; de buitenkant; de huls; het omwindsel; het omkleedsel
- omhulsel [het ~] nom
- buitenkant [de ~ (m)] nom
- huls [de ~] nom
- omwindsel [het ~] nom
- omkleedsel [het ~] nom
der Flugschreiber (Verschlag; Box; Gehäuse; Schachtel; Karton; Dose; Klo; Schuppen; Gefäß; Kittchen; Loch; Büchse; Kasten; Abteil; Kapsel)
de box; de opbergruimte
- box [de ~ (m)] nom
- opbergruimte [de ~ (v)] nom

Translation Matrix for Flugschreiber:

Noun	Related Translations	Other Translations
box	Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag	Babybox
buitenkant	Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung	Ansicht; Aussehen; Außenseite; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere
huls	Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung	Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung
omhulsel	Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung	Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung
omkleedsel	Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung	Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung
omwindsel	Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung	Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung
opbergruimte	Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag

Synonyms for "Flugschreiber":

Black Box; Blackbox; Flugdatenschreiber

Remove Ads

Translate Flugschreiber from German to Dutch

Detailed Translations for Flugschreiber from German to Dutch

Flugschreiber:

Flugschreiber [der ~] nom

der Flugschreiber (UmhÜllung; Hülse; Gehäuse; Verpackung; Gefäß; Packung; Büchse; Schachtel; Dichtung; Kapsel; Aufmachung; Dose; Kasten; Karton; Spreu; Emballage; Liderung)

der Flugschreiber (Verschlag; Box; Gehäuse; Schachtel; Karton; Dose; Klo; Schuppen; Gefäß; Kittchen; Loch; Büchse; Kasten; Abteil; Kapsel)

Translation Matrix for Flugschreiber:

Synonyms for "Flugschreiber":