Interglot - "Grübeln" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Grübeln:
- concentreren; overdenking; meditatie; overpeinzing; gepeins; gemijmer; mijmering; tobben; geprakkizeer; gepieker; prakkizeren

German

Detailed Translations for Grübeln from German to Dutch

Grübeln (Konzentrieren)
concentreren
- concentreren [znw.] nom
Grübeln (Nachdenken; Grübelei)
de overdenking; de meditatie; de overpeinzing; het gepeins
- overdenking [de ~ (v)] nom
- meditatie [de ~ (v)] nom
- overpeinzing [de ~ (v)] nom
- gepeins [het ~] nom
Grübeln (Sinnieren; Sinnen; Nachdenken; Nachsinnen)
het gemijmer; het gepeins; de mijmering
- gemijmer [het ~] nom
- gepeins [het ~] nom
- mijmering [de ~ (v)] nom
Grübeln
het tobben
- tobben [het ~] nom
Grübeln (Grübelei)
geprakkizeer; het gepieker; het gepeins
- geprakkizeer [znw.] nom
- gepieker [het ~] nom
- gepeins [het ~] nom
Grübeln (Sinnieren)
prakkizeren
- prakkizeren [znw.] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
concentreren	Grübeln; Konzentrieren
gemijmer	Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren	Nachdenken
gepeins	Grübelei; Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren	Nachdenken
gepieker	Grübelei; Grübeln
geprakkizeer	Grübelei; Grübeln
meditatie	Grübelei; Grübeln; Nachdenken
mijmering	Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren
overdenking	Grübelei; Grübeln; Nachdenken	Abwägung; Erwägen; Erwägung; Nachdenken; Nachsinnen; Überlegung
overpeinzing	Grübelei; Grübeln; Nachdenken
prakkizeren	Grübeln; Sinnieren
tobben	Grübeln
Verb	Related Translations	Other Translations
concentreren		bei einander bringen; konzentrieren; zusammenbringen
tobben		brüten; grübeln; hin und her überlegen; nachdenken