Interglot - "Handelsware" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Handelsware:
- handelswaar; waren; goederen; koopwaar; waar; artikelen; voorwerpen; nering; koophandel; handel; klandizie; handelsgoederen; verbruiksgoederen; handelsartikel; handelsproduct
- koopmansgoederen
Wiktionary:
- Handelsware → koopwaar

German

Detailed Translations for Handelsware from German to Dutch

die Handelsware (Ware; Güter)
de handelswaar; de waren; de goederen; de koopwaar; de waar
- handelswaar [de ~] nom
- waren [de ~] nom, pluriel
- goederen [de ~] nom, pluriel
- koopwaar [de ~] nom
- waar [de ~] nom
die Handelsware (Artikel; Kaufware)
de waar; de artikelen; de koopwaar; de voorwerpen
- waar [de ~] nom
- artikelen [de ~] nom, pluriel
- koopwaar [de ~] nom
- voorwerpen [de ~] nom, pluriel
die Handelsware (Kaufware)
de handelswaar; de koopwaar; de nering; de koophandel; de handel; de waar; de klandizie
- handelswaar [de ~] nom
- koopwaar [de ~] nom
- nering [de ~ (v)] nom
- koophandel [de ~ (m)] nom
- handel [de ~ (m)] nom
- waar [de ~] nom
- klandizie [de ~ (v)] nom
die Handelsware (Handelsgüter; Güter; Ware; Kaufware)
de goederen; handelsgoederen; de handelswaar; de koopwaar
- goederen [de ~] nom, pluriel
- handelsgoederen [znw.] nom
- handelswaar [de ~] nom
- koopwaar [de ~] nom
die Handelsware (Güter; Ware; Kaufware; Handelsgüter)
de verbruiksgoederen
- verbruiksgoederen [de ~] nom, pluriel
die Handelsware (Handelsartikel)
het handelsartikel; het handelsproduct
- handelsartikel [het ~] nom
- handelsproduct [het ~] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
artikelen	Artikel; Handelsware; Kaufware
goederen	Güter; Handelsgüter; Handelsware; Kaufware; Ware	Besitztum; Eigentum; Recht
handel	Handelsware; Kaufware	Geschäft; Geschäfte; Geschäftsverkehr; Griff; Güterhandel; Handel; Handelsbetrieb; Handelsverkehr; Handeltreiben; Handgriff; Henkel; Kaufhandel; Kniff; Kommerzie; Kunstgriff; Laden; Stiel; Trick
handelsartikel	Handelsartikel; Handelsware
handelsgoederen	Güter; Handelsgüter; Handelsware; Kaufware; Ware
handelsproduct	Handelsartikel; Handelsware
handelswaar	Güter; Handelsgüter; Handelsware; Kaufware; Ware
klandizie	Handelsware; Kaufware	Gäste; Klientel; Kundenkreis; Kundschaft
koophandel	Handelsware; Kaufware	Geschäftsverkehr; Handel; Handelsverkehr; Handeltreiben
koopmansgoederen	Handelsgüter; Handelsware
koopwaar	Artikel; Güter; Handelsgüter; Handelsware; Kaufware; Ware
nering	Handelsware; Kaufware	Geschäft; Handelsbetrieb; Handeltreiben; Laden
verbruiksgoederen	Güter; Handelsgüter; Handelsware; Kaufware; Ware
voorwerpen	Artikel; Handelsware; Kaufware
waar	Artikel; Güter; Handelsware; Kaufware; Ware	Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug
waren	Güter; Handelsware; Ware
Verb	Related Translations	Other Translations
waren		herumirren; irren
Adjective	Related Translations	Other Translations
waar		das stimmt; echt; ehrlich; genau; prezies; richtig; wahr; wahrhaftig; wirklich
Other	Related Translations	Other Translations
waar		wo

Handelsware

noun