German
Detailed Translations for abarten from German to Dutch
abarten:
-
abarten (entarten; zurückgehen; ausarten; heruntermachen; verleiden; zurücklaufen; aus der Art schlagen)
degenereren; achteruitgaan; ontaarden; verworden; verderven-
achteruitgaan verbe (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
abarten (degenerieren; verderben; abnehmen; ausarten; entarten)
degenereren; achteruitgaan; verworden; verderven-
achteruitgaan verbe (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
abarten (entarten; ausarten)
Translation Matrix for abarten:
External Machine Translations: