Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate anlocken

Translate anlocken from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

anlocken:
- bevallen; bekoren
Wiktionary:
- anlocken → aantrekken, trekken
- anlocken → lokken, aantrekken

German

Detailed Translations for anlocken from German to Dutch

anlocken:

anlocken verbe

anlocken (reizen; betören; verführen; verzaubern; entzücken; bezaubern; bestricken; verlocken; bestechen; verleiten)
bevallen; bekoren
- bevallen verbe (beval, bevalt, beviel, bevielen, bevallen)
- bekoren verbe (bekoor, bekoort, bekoorde, bekoorden, bekoord)

Translation Matrix for anlocken:

Noun	Related Translations	Other Translations
bekoren		Betören
Verb	Related Translations	Other Translations
bekoren	anlocken; bestechen; bestricken; betören; bezaubern; entzücken; reizen; verführen; verleiten; verlocken; verzaubern
bevallen	anlocken; bestechen; bestricken; betören; bezaubern; entzücken; reizen; verführen; verleiten; verlocken; verzaubern	entbinden; erfreuen; gebären; gefallen; passen; zur Welt bringen

Synonyms for "anlocken":

ködern; locken

Wiktionary Translations for anlocken:

anlocken

verb

durch erwecktes Interesse etwas oder jemanden zu sich holen
- anlocken → aantrekken
Interesse erwecken
- anlocken → aantrekken

anlocken

verb

aanlokken
- aantrekken → anlocken
aandacht opwekken
- trekken → anlocken; anziehen

Cross Translation:

From	To	Via
• anlocken	→ lokken; aantrekken	↔ bait — to attract with bait