Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. ausfliegen:


German

Detailed Translations for ausfliegen from German to Dutch

ausfliegen:

ausfliegen verbe

  1. ausfliegen
    uitvliegen
    • uitvliegen verbe (vlieg uit, vliegt uit, vloog uit, vlogen uit, uitgevlogen)

Translation Matrix for ausfliegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
uitvliegen ausfliegen