Summary
German to Dutch: more detail...
- barsch:
-
Wiktionary:
- barsch → bars
- barsch → steil, bars, bruusk, kortaangebonden, abrupt, kortaf, grof, hardhandig, lomp, onkies, ruw, onbehoorlijk, onbetamelijk, onfatsoenlijk, bot, cru, onbehouwen, onbewerkt, rauw, ruig, snauwerig, honds, onbeleefd, onheus, vlegelachtig, boers, landelijk, nors, alledaags, plat, vulgair
German
Detailed Translations for barsch from German to Dutch
barsch:
-
barsch (schlechtgelaunt; knurrig; brüsk; sauertöpfisch; griesgrämig)
chagrijnig; nurks; knorrig; korzelig; nors-
chagrijnig adj
-
nurks adj
-
knorrig adj
-
korzelig adj
-
nors adj
-
-
barsch (brüsk; schroff)
Translation Matrix for barsch:
Synonyms for "barsch":
Wiktionary Translations for barsch:
barsch
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• barsch | → steil; bars; bruusk; kortaangebonden; abrupt; kortaf | ↔ abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre. |
• barsch | → grof; hardhandig; lomp; onkies; ruw; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; bot; cru; onbehouwen; onbewerkt; rauw; ruig; snauwerig | ↔ grossier — Qui n’est pas fin, qui n’est pas délicat. |
• barsch | → honds; lomp; onbeleefd; onheus; vlegelachtig | ↔ impoli — personne qui n'a aucune politesse. |
• barsch | → grof; hardhandig; lomp; onkies; ruw; bot; cru; onbehouwen; onbewerkt; rauw; ruig; snauwerig; boers; landelijk | ↔ rustique — Translations |
• barsch | → bars; nors | ↔ rébarbatif — Peu engageant |
• barsch | → alledaags; grof; plat; vulgair; hardhandig; lomp; onkies; ruw | ↔ vulgaire — désuet|fr Qui concerne le peuple, le quidam, le personnage quelconque. |