Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate bereitlegen

Translate bereitlegen from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

bereitlegen:
- klaarzetten; klaarleggen; uitspreiden; klaar leggen

German

Detailed Translations for bereitlegen from German to Dutch

bereitlegen:

bereitlegen verbe

bereitlegen (bereitstellen; zurechtlegen)
klaarzetten; klaarleggen
- klaarzetten verbe (zet klaar, zette klaar, zetten klaar, klaargezet)
- klaarleggen verbe (leg klaar, legt klaar, legde klaar, legden klaar, klaargelegd)
bereitlegen (bereitstellen; auslegen; zurechtlegen)
uitspreiden; klaar leggen
- uitspreiden verbe (spreid uit, spreidt uit, spreidde uit, spreidden uit, uitgespreid)
- klaar leggen verbe

Translation Matrix for bereitlegen:

Verb	Related Translations	Other Translations
klaar leggen	auslegen; bereitlegen; bereitstellen; zurechtlegen
klaarleggen	bereitlegen; bereitstellen; zurechtlegen
klaarzetten	bereitlegen; bereitstellen; zurechtlegen	bereiten; bereitstellen; vorbereiten
uitspreiden	auslegen; bereitlegen; bereitstellen; zurechtlegen	entfalten; falten; offenfalten