German

Detailed Translations for distribuieren from German to Dutch

distribuieren:

distribuieren verbe (distribuiere, distribuierst, distribuiert, distribuierte, distribuiertet, distribuiert)

  1. distribuieren (verteilen; überreichen; vermitteln; )
    distribueren; verdelen; uitreiken; ronddelen
    • distribueren verbe (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)
    • verdelen verbe (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • uitreiken verbe (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • ronddelen verbe (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
  2. distribuieren (verteilen; teilen; verbreiten; zuteilen; herumreichen)
    verdelen; ronddelen; uitreiken; uitdelen; rondgeven; rondreiken
    • verdelen verbe (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • ronddelen verbe (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
    • uitreiken verbe (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • uitdelen verbe (deel uit, deelt uit, deelde uit, deelden uit, uitgedeeld)
    • rondgeven verbe (geef rond, geeft rond, gaf rond, gaven rond, rondgegeven)
    • rondreiken verbe (reik rond, reikt rond, reikte rond, reikten rond, rondgereikt)
  3. distribuieren (austeilen; verteilen)
    trakteren; uitdelen
    • trakteren verbe (trakteer, trakteert, trakteerde, trakteerden, getrakteerd)
    • uitdelen verbe (deel uit, deelt uit, deelde uit, deelden uit, uitgedeeld)
  4. distribuieren (rationieren; verteilen; zuteilen)
    rantsoeneren; distribueren
    • rantsoeneren verbe (rantsoeneer, rantsoeneert, rantsoeneerde, rantsoeneerden, gerantsoeneerd)
    • distribueren verbe (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)

Conjugations for distribuieren:

Präsens
  1. distribuiere
  2. distribuierst
  3. distribuiert
  4. distribuieren
  5. distribuiert
  6. distribuieren
Imperfekt
  1. distribuierte
  2. distribuiertest
  3. distribuierte
  4. distribuierten
  5. distribuiertet
  6. distribuierten
Perfekt
  1. habe distribuiert
  2. hast distribuiert
  3. hat distribuiert
  4. haben distribuiert
  5. habt distribuiert
  6. haben distribuiert
1. Konjunktiv [1]
  1. distribuiere
  2. distribuierest
  3. distribuiere
  4. distribuieren
  5. distribuieret
  6. distribuieren
2. Konjunktiv
  1. distribuierte
  2. distribuiertest
  3. distribuierte
  4. distribuierten
  5. distribuiertet
  6. distribuierten
Futur 1
  1. werde distribuieren
  2. wirst distribuieren
  3. wird distribuieren
  4. werden distribuieren
  5. werdet distribuieren
  6. werden distribuieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde distribuieren
  2. würdest distribuieren
  3. würde distribuieren
  4. würden distribuieren
  5. würdet distribuieren
  6. würden distribuieren
Diverses
  1. distribuier!
  2. distribuiert!
  3. distribuieren Sie!
  4. distribuiert
  5. distribuierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for distribuieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
distribueren ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; rationieren; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; zuteilen; überreichen verteilen
rantsoeneren distribuieren; rationieren; verteilen; zuteilen
ronddelen ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; herumreichen; holen; liefern; schaffen; teilen; verabreichen; verbreiten; vermitteln; verschaffen; verteilen; zuteilen; überreichen
rondgeven distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
rondreiken distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
trakteren austeilen; distribuieren; verteilen einen ausgeben
uitdelen austeilen; distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
uitreiken ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; herumreichen; holen; liefern; schaffen; teilen; verabreichen; verbreiten; vermitteln; verschaffen; verteilen; zuteilen; überreichen
verdelen ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; herumreichen; holen; liefern; schaffen; teilen; verabreichen; verbreiten; vermitteln; verschaffen; verteilen; zuteilen; überreichen parzellieren; verteilen

Synonyms for "distribuieren":