Summary
German to Dutch: more detail...
- gelingen:
-
Wiktionary:
- gelingen → lukken, slagen
- gelingen → doorkomen, klaarspelen, slagen, slagen voor, aankomen, arriveren, bereiken, overkomen, aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, aanbelanden, aanlanden, terechtkomen, bloeien, floreren, gedijen, tieren, vooruitkomen, welvaren, erin slagen
German
Detailed Translations for gelingen from German to Dutch
gelingen:
-
gelingen (fertigbringen; bestehen; schicken; geraten; ankommen; durchsetzen; schmeißen; hinkommen; glücken; zurechtkommen)
slagen voor-
slagen voor verbe
-
Translation Matrix for gelingen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
slagen voor | ankommen; bestehen; durchsetzen; fertigbringen; gelingen; geraten; glücken; hinkommen; schicken; schmeißen; zurechtkommen |
Synonyms for "gelingen":
Wiktionary Translations for gelingen:
gelingen
gelingen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gelingen | → doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor | ↔ abouter — joindre (deux choses) bout à bout. |
• gelingen | → aankomen; arriveren; bereiken; overkomen; doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; aan de hand zijn; gebeuren; geschieden; voorkomen; voorvallen; aanbelanden; aanlanden; terechtkomen | ↔ arriver — parvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur. |
• gelingen | → bloeien; floreren; gedijen; tieren; vooruitkomen; welvaren | ↔ prospérer — Être heureux, avoir la fortune favorable. |
• gelingen | → doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; erin slagen | ↔ réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue. |