German

Detailed Translations for rundkommen from German to Dutch

rundkommen:

rundkommen verbe

  1. rundkommen (auskommen)
    zich kunnen bedruipen; uitkomen; rondkomen
  2. rundkommen (gelegen kommen; passen; konvenieren)
    schikken; passen; conveniëren; gelegen komen; uitkomen
    • schikken verbe (schik, schikt, schikte, schikten, geschikt)
    • passen verbe (pas, past, paste, pasten, gepast)
    • conveniëren verbe (convenieer, convenieert, convenieerde, convenieerden, geconvenieerd)
    • uitkomen verbe (kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)

Translation Matrix for rundkommen:

NounRelated TranslationsOther Translations
passen Anprobieren; Fußstapfen; Schritte; Tritte
schikken Anordnen; Anpassen; Arrangieren
VerbRelated TranslationsOther Translations
conveniëren gelegen kommen; konvenieren; passen; rundkommen gefallen; gelegenkommen; geschikt sein; konvenieren; passen; schmecken; taugen
gelegen komen gelegen kommen; konvenieren; passen; rundkommen
passen gelegen kommen; konvenieren; passen; rundkommen abgepaßt; abpassen; abzählen; anpassen; anprobieren; ausprobieren; einfügen; gefallen; geschikt sein; geziemen; konvenieren; passen; probieren; schicken; schmecken; taugen; zählen
rondkomen auskommen; rundkommen
schikken gelegen kommen; konvenieren; passen; rundkommen Maßregeln treffen; Streit beilegen; beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; einigen; regeln; schlichten; vergleichen; versöhnen
uitkomen auskommen; gelegen kommen; konvenieren; passen; rundkommen ans Licht kommen; aufkommen; auswirken; eintreffen; entdeckt werden; entspringen; entstehen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gefallen; geschikt sein; gipfeln; herauskommen; hervorgehen; konvenieren; passen; schmecken; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; taugen; vorkommen; zur Folge haben
zich kunnen bedruipen auskommen; rundkommen
OtherRelated TranslationsOther Translations
uitkomen herauskommen; herausströmen