German
Detailed Translations for vorliegen from German to Dutch
vorliegen:
-
vorliegen (dasein; existieren)
er zijn; aanwezig zijn-
aanwezig zijn verbe (ben aanwezig, bent aanwezig, is aanwezig, was aanwezig, waren aanwezig, aanwezig geweest)
-
vorliegen (bereitliegen)
Translation Matrix for vorliegen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
aanwezig zijn | dasein; existieren; vorliegen | anwesend sein; beiwohnen |
er zijn | dasein; existieren; vorliegen | |
klaarliggen | bereitliegen; vorliegen |