Summary
English to Dutch: more detail...
- emerging:
- emerge:
-
Wiktionary:
- emerging → blijken, zich vertonen, zich voordoen, naar buiten komen, (naar) boven komen
- emerge → aftekenen
- emerge → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen, afdalen, naar beneden gaan, zinken, gaan staan, opstaan, opdagen, opdraven, te voorschijn komen, verschijnen, zich voordoen
English
Detailed Translations for emerging from English to Dutch
emerging:
Translation Matrix for emerging:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aangroei | arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling | expansion; growth; increase; rise |
aanwas | arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling | accretion; addition; expansion; growth; increase; rise |
uitdijen | arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling | |
uitdijing | arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
uitdijen | add; add on to; build out; expand; extend; grow; swell; widen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | emergent; rising |
Related Words for "emerging":
Synonyms for "emerging":
Related Definitions for "emerging":
Wiktionary Translations for emerging:
emerging
adjective
-
becoming prominent; newly formed; emergent; rising
- emerging → blijken; zich vertonen; zich voordoen; naar buiten komen; (naar) boven komen
emerge:
-
to emerge (become known; come out)
-
to emerge
tevoorschijnkomen-
tevoorschijnkomen verbe (kom tevoorschijn, komt tevoorschijn, kwam tevoorschijn, kwamen tevoorschijn, tevoorschijngekomen)
-
Conjugations for emerge:
present
- emerge
- emerge
- emerges
- emerge
- emerge
- emerge
simple past
- emerged
- emerged
- emerged
- emerged
- emerged
- emerged
present perfect
- have emerged
- have emerged
- has emerged
- have emerged
- have emerged
- have emerged
past continuous
- was emerging
- were emerging
- was emerging
- were emerging
- were emerging
- were emerging
future
- shall emerge
- will emerge
- will emerge
- shall emerge
- will emerge
- will emerge
continuous present
- am emerging
- are emerging
- is emerging
- are emerging
- are emerging
- are emerging
subjunctive
- be emerged
- be emerged
- be emerged
- be emerged
- be emerged
- be emerged
diverse
- emerge!
- let's emerge!
- emerged
- emerging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for emerge:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ontdekt worden | become known; come out; emerge | |
tevoorschijnkomen | emerge | |
uitkomen | become known; come out; emerge | arise from; be all right; be fit; be fulfilled; be right; be suitable; befit; come true; evolve out of; get by; make do; make ends meet; manage; manage on; originate from; scrape along; stem from; suit; suit one's convenience |
uitkomen van geheim | become known; come out; emerge | |
- | come forth; come out; egress; go forth; issue | |
Other | Related Translations | Other Translations |
uitkomen | issue |
Related Words for "emerge":
Synonyms for "emerge":
Related Definitions for "emerge":
Wiktionary Translations for emerge:
emerge
Cross Translation:
verb
-
zichtbaar, duidelijk worden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• emerge | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• emerge | → klimmen; naar boven gaan; rijzen; stijgen; bestijgen; afdalen; naar beneden gaan; zinken; uitstappen; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstijgen; uittreden | ↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens. |
• emerge | → gaan staan; opstaan; opdagen; opdraven; te voorschijn komen; uitkomen; verschijnen | ↔ surgir — Traductions à trier suivant le sens |
• emerge | → opdraven; zich voordoen | ↔ survenir — arriver inopinément ; venir tout à coup. |
External Machine Translations: