English
Detailed Translations for wet season from English to Dutch
wet season: (*Using Word and Sentence Splitter)
- wet: nat; regenachtig; met neerslag; vochtig; humide; sproeien; bevochtigen; bespuiten; nat maken; sukkel; watje; slungel; schlemiel; slemiel; besproeien; chagrijn; spelbreker; water geven; begieten; deppen; betten; afbetten
- season: seizoen; jaargetijde; kruiden; kruiden toevoegen; marineren; toebereiden
Wiktionary Translations for wet season:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wet season | → regentijd | ↔ Regenzeit — Zeitraum (in den Tropen), in dem besonders viel Regen fällt |
• wet season | → regentijd | ↔ saison des pluies — Dans les régions de climat tropical ou subtropical humide, saison de l’année durant laquelle les précipitations sont très abondantes. |