Interglot - pillar: English and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

English to Dutch: more detail...

pillar:
- kolom; kolom tekst op een pagina; paginagedeelte; pilaar; volksgroepering; zuil; steunpaal; sokkel; voetstuk; zuilvoet
Wiktionary:
- pillar → pijler, zuil, pilaar
- pillar → pijler, pilaar, kolom, zuil, colonne, steunpilaar

English

Detailed Translations for pillar from English to Dutch

the pillar (column; pile)
de kolom; kolom tekst op een pagina; paginagedeelte
- kolom [de ~] nom
- kolom tekst op een pagina [znw.] nom
- paginagedeelte [znw.] nom
the pillar (column; post)

– (architecture) a tall vertical cylindrical structure standing upright and used to support a structure ¹
de pilaar
- pilaar [de ~ (m)] nom
the pillar (society grouping)
volksgroepering; de zuil
- volksgroepering [znw.] nom
- zuil [de ~] nom
the pillar (mainstay)

– a prominent supporter ¹
steunpaal; de zuil
- steunpaal [znw.] nom
- zuil [de ~] nom
the pillar (socle; stand; tripod; support; column)
de sokkel; de voetstuk; zuilvoet
- sokkel [de ~ (m)] nom
- voetstuk [de ~] nom
- zuilvoet [znw.] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
kolom	column; pile; pillar	column
kolom tekst op een pagina	column; pile; pillar
paginagedeelte	column; pile; pillar
pilaar	column; pillar; post
sokkel	column; pillar; socle; stand; support; tripod
steunpaal	mainstay; pillar
voetstuk	column; pillar; socle; stand; support; tripod
volksgroepering	pillar; society grouping
zuil	mainstay; pillar; society grouping
zuilvoet	column; pillar; socle; stand; support; tripod
-	column; mainstay; tower
Other	Related Translations	Other Translations
-	buttress; mainstay

(architecture) a tall vertical cylindrical structure standing upright and used to support a structure¹
a vertical cylindrical structure standing alone and not supporting anything (such as a monument)¹
a fundamental principle or practice¹
- science eroded the pillars of superstition¹
a prominent supporter¹
- he is a pillar of the community¹
anything that approximates the shape of a column or tower¹
- a thin pillar of smoke betrayed their campsite¹

pillar

noun

large post, often used as supporting architecture
- pillar → pijler; zuil; pilaar

pillar

noun

een langgerekt vertikaal bouwelement, gewoonlijk uit één stuk en met een willkeurig gevormde doorsnede
- pilaar → pillar

Cross Translation:

From	To	Via
• pillar	→ pijler; pilaar	↔ Pfeiler — Architektur, Bauwesen: ein frei oder an der Wand stehender, mehr oder minder schlanker fachterminologisch: nur prismatischer, (umgangssprachlich) auch runder Körper aus Stein, Holz, Mauerwerk, Kunststoff oder Metall zur Aufnahme von Lasten [[da
• pillar	→ kolom; zuil	↔ Säule — Architektur: senkrechte, zumeist runde Stütze bei größeren Bauwerken
• pillar	→ pilaar; colonne; kolom; steunpilaar; zuil	↔ pilier — (architecture) maçonnerie\|fr ouvrage de maçonnerie en forme de grosse colonne ronde, carrée, etc., qui sert à soutenir un édifice ou quelque partie d’un édifice.