English
Detailed Translations for trackback from English to Dutch
trackback: (*Using Word and Sentence Splitter)
- track: weg; afstand; traject; route; ronde; etappe; tournee; baanvak; wissel; spoorwegwissel; baan; parcours; volgen; nalopen; achternagaan; achternalopen; sporen; in hetzelfde spoor lopen; pad; dreef; landweg; paadje; buitenweg; trekpad; hielspoor; wagenspoor; nummer; bijhouden; spoor; spoorweg; rails; spoorbaan
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
- Back: Terug