Summary
English to Dutch: more detail...
-
outclass:
-
Wiktionary:
outclass → overklassen, domineren, overheersen, uitschitteren, overtreffen, te boven gaan, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven, bevangen, overwinnen, verslaan, zegevieren, overgaan, oversteken -
Synonyms for "outclass":
subordinate
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for outclass from English to Dutch
outclass: (*Using Word and Sentence Splitter)
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
- class: klas; schooljaar; les; lesuur; schoolklas; aard; onderverdeling; klassikaal; frontaal; stand; orde; klasse; rang; maatschappelijke klasse; categorie; classificatie; soort; type; slag; genre; college; collegium; jaar; rangschikken; classificeren; rubriceren; sociale groep; objectklasse
- -class: klasse; eersteklas
Spelling Suggestions for: outclass
outclass:
Synonyms for "outclass":
Related Definitions for "outclass":
Wiktionary Translations for outclass:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• outclass | → overklassen | ↔ deklassieren — Sport: einen Gegner höher besiegen, als man nach dessen leistungsmäßiger Einteilung (Klassifizierung) erwarten würde |
• outclass | → domineren; overheersen; uitschitteren; overtreffen; te boven gaan; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven | ↔ dominer — commander souverainement, avoir une puissance absolue. |
• outclass | → bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; overgaan; oversteken; te boven gaan; overtreffen; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven | ↔ surmonter — monter au-dessus. |
External Machine Translations: