Summary
English to Dutch: more detail...
-
admit:
- toegeven; erkennen; als waar erkennen; opnemen; opvangen; toelaten; binnen laten; toestaan; laten; permitteren; duren; toestemmen; goedkeuren; gunnen; inwilligen; vergunnen; dulden; goedvinden; iemand toelaten; toegang verschaffen; inlaten; toestemming verlenen; autoriseren; fiatteren; biechten; opbiechten; openbaren; zich uiten; bloot leggen; reveleren
-
Wiktionary:
- admit → toestaan, toelaten, bekennen, toegeven, toegang verlenen, binnenlaten
- admit → aanvaarden, aannemen, ontvangen, accepteren, groeten, begroeten, genieten, krijgen, toucheren, als zoon aannemen, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, adopteren, zich eigen maken, de biecht afnemen, bekennen, biechten, erkennen, toegeven, geloven, menen, houden voor, agnosceren, honoreren, gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven, oogsten, collecteren, innen, inzamelen, plukken, rapen, verzamelen, bevatten, houden, inhouden, vervatten, behelzen, kleden, aankleden, omkleden, staan, bekleden, overtrekken, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, pleisteren, bepleisteren, stukadoren
English
Detailed Translations for admit from English to Dutch
admit:
-
to admit (admit the truth; accede)
-
to admit
-
to admit
-
to admit (allow; concede; grant; permit; submit to; tolerate; authorize; authorise; give one's fiat to)
-
to admit (let in)
-
to admit (let in)
toegang verschaffen-
toegang verschaffen verbe (verschaf toegang, verschaft toegang, verschafte toegang, verschaften toegang, toegang verschaft)
-
-
to admit (let in)
-
to admit (give one's fiat to; authorize; validate; confirm; allow; permit; sanction; authorise)
-
to admit (confess; unburden oneself)
-
to admit (express; reveal; exhibit; show; display; demonstrate)
-
to admit (reveal; disclose)
Conjugations for admit:
present
- admit
- admit
- admits
- admit
- admit
- admit
simple past
- admited
- admited
- admited
- admited
- admited
- admited
present perfect
- have admited
- have admited
- has admited
- have admited
- have admited
- have admited
past continuous
- was admiting
- were admiting
- was admiting
- were admiting
- were admiting
- were admiting
future
- shall admit
- will admit
- will admit
- shall admit
- will admit
- will admit
continuous present
- am admiting
- are admiting
- is admiting
- are admiting
- are admiting
- are admiting
subjunctive
- be admited
- be admited
- be admited
- be admited
- be admited
- be admited
diverse
- admit!
- let's admit!
- admited
- admiting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for admit:
Related Words for "admit":
Synonyms for "admit":
Antonyms for "admit":
Related Definitions for "admit":
Wiktionary Translations for admit:
admit
Cross Translation:
verb
admit
-
to be capable of, to permit
-
to allow (one) to enter on an office or to enjoy a privilege
-
to concede as true
-
to allow to enter; to grant entrance
- admit → toelaten; toegang verlenen; binnenlaten
verb
-
(overgankelijk) binnen een zekere ruimte toelaten
-
toegang verschaffen
Cross Translation: