Summary
English to Dutch: more detail...
-
make a contract:
-
Wiktionary:
make a contract → aangaan, afsluiten, contracteren
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for make a contract from English to Dutch
make a contract: (*Using Word and Sentence Splitter)
- make: maken; scheppen; in het leven roepen; merk; maak; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; makelij
- A: EVERYONE; A
- a: een; eentje
- contract: overeenkomst; contract; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen; contract aangaan; contracteren; samentrekken; aanvraag; taak
Wiktionary Translations for make a contract:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• make a contract | → aangaan; afsluiten; contracteren | ↔ contracter — conclure un contrat. |
Related Translations for make a contract
Dutch