English

Detailed Translations for demonstrate from English to Dutch

demonstrate:

to demonstrate verbe (demonstrates, demonstrated, demonstrating)

  1. to demonstrate (prove; verify; justify)
    aantonen; bewijzen; staven
    • aantonen verbe (toon aan, toont aan, toonde aan, toonden aan, aangetoond)
    • bewijzen verbe (bewijs, bewijst, bewees, bewezen, bewezen)
    • staven verbe (staaf, staaft, staafte, staaften, gestaafd)
  2. to demonstrate (show what you mean; expose; illustrate; make your point)
    demonstreren; aanschouwelijk maken; veraanschouwelijken
    • demonstreren verbe (demonstreer, demonstreert, demonstreerde, demonstreerden, gedemonstreerd)
    • aanschouwelijk maken verbe (maak aanschouwelijk, maakt aanschouwelijk, maakte aanschouwelijk, maakten aanschouwelijk, aanschouwelijk gemaakt)
    • veraanschouwelijken verbe (veraanschouwelijk, veraanschouwelijkt, veraanschouwelijkte, veraanschouwelijkten, veraanschouwelijkt)
  3. to demonstrate (assert; contend)
    betogen; demonstreren
    • betogen verbe (betoog, betoogt, betoogde, betoogden, betoogd)
    • demonstreren verbe (demonstreer, demonstreert, demonstreerde, demonstreerden, gedemonstreerd)
  4. to demonstrate (express; reveal; exhibit; )
    openbaren; zich uiten

Conjugations for demonstrate:

present
  1. demonstrate
  2. demonstrate
  3. demonstrates
  4. demonstrate
  5. demonstrate
  6. demonstrate
simple past
  1. demonstrated
  2. demonstrated
  3. demonstrated
  4. demonstrated
  5. demonstrated
  6. demonstrated
present perfect
  1. have demonstrated
  2. have demonstrated
  3. has demonstrated
  4. have demonstrated
  5. have demonstrated
  6. have demonstrated
past continuous
  1. was demonstrating
  2. were demonstrating
  3. was demonstrating
  4. were demonstrating
  5. were demonstrating
  6. were demonstrating
future
  1. shall demonstrate
  2. will demonstrate
  3. will demonstrate
  4. shall demonstrate
  5. will demonstrate
  6. will demonstrate
continuous present
  1. am demonstrating
  2. are demonstrating
  3. is demonstrating
  4. are demonstrating
  5. are demonstrating
  6. are demonstrating
subjunctive
  1. be demonstrated
  2. be demonstrated
  3. be demonstrated
  4. be demonstrated
  5. be demonstrated
  6. be demonstrated
diverse
  1. demonstrate!
  2. let's demonstrate!
  3. demonstrated
  4. demonstrating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for demonstrate:

NounRelated TranslationsOther Translations
staven barriers; bars
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanschouwelijk maken demonstrate; expose; illustrate; make your point; show what you mean
aantonen demonstrate; justify; prove; verify
betogen assert; contend; demonstrate
bewijzen demonstrate; justify; prove; verify
demonstreren assert; contend; demonstrate; expose; illustrate; make your point; show what you mean
openbaren admit; demonstrate; display; exhibit; express; reveal; show issue; publish
staven demonstrate; justify; prove; verify assent to; confirm; endorse
veraanschouwelijken demonstrate; expose; illustrate; make your point; show what you mean
zich uiten admit; demonstrate; display; exhibit; express; reveal; show
- attest; certify; demo; establish; evidence; exhibit; manifest; march; present; prove; shew; show
OtherRelated TranslationsOther Translations
- prove; substantiate

Related Words for "demonstrate":


Synonyms for "demonstrate":


Antonyms for "demonstrate":

  • disprove

Related Definitions for "demonstrate":

  1. establish the validity of something, as by an example, explanation or experiment1
    • The experiment demonstrated the instability of the compound1
  2. provide evidence for; stand as proof of; show by one's behavior, attitude, or external attributes1
    • This decision demonstrates his sense of fairness1
  3. give an exhibition of to an interested audience1
  4. march in protest; take part in a demonstration1
    • Thousands demonstrated against globalization during the meeting of the most powerful economic nations in Seattle1

Wiktionary Translations for demonstrate:

demonstrate
verb
  1. to display the method of using an object
demonstrate
verb
  1. een serie argumenten als een verhaal presenteren, bijvoorbeeld in een rechtszaak
  2. een politieke demonstratie houden
  3. (overgankelijk) iets voordoen of duidelijk laten zien
  4. voor een publiek toonbaar maken

Cross Translation:
FromToVia
demonstrate tonen zeigendi(transitiv): jemanden etwas sehen lassen
demonstrate aantonen; adstrueren; bewijzen; staven; uitwijzen; waarmaken; certificeren; getuigen démontrerprouver d’une manière évidente et convaincante.
demonstrate aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken désigner — Traduction à trier
demonstrate laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanduiden; aangeven; aanwijzen; uitduiden indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
demonstrate laten blijken; manifesteren manifesterrendre manifeste.
demonstrate laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen montrerfaire voir ; exposer aux regards.