English

Detailed Translations for appreciating from English to Dutch

appreciating:

appreciating [the ~] nom

  1. the appreciating (valuing)
    waarderen
  2. the appreciating

Translation Matrix for appreciating:

NounRelated TranslationsOther Translations
appreciëren appreciating
waarderen appreciating; valuing
VerbRelated TranslationsOther Translations
appreciëren appreciate
waarderen appreciate

Related Words for "appreciating":


appreciate:

appreciate verbe

  1. appreciate
    appreciëren; waarderen; op prijs stellen
    • appreciëren verbe (apprecieer, apprecieert, apprecieerde, apprecieerden, geapprecieerd)
    • waarderen verbe (waardeer, waardeert, waardeerde, waardeerden, gewaardeerd)

Translation Matrix for appreciate:

NounRelated TranslationsOther Translations
appreciëren appreciating
waarderen appreciating; valuing
VerbRelated TranslationsOther Translations
appreciëren appreciate
op prijs stellen appreciate
waarderen appreciate
- apprise; apprize; prise; prize; revalue; take account; treasure; value
OtherRelated TranslationsOther Translations
- revalue

Related Words for "appreciate":


Synonyms for "appreciate":


Antonyms for "appreciate":

  • depreciate

Related Definitions for "appreciate":

  1. increase the value of1
    • The Germans want to appreciate the Deutsche Mark1
  2. gain in value1
    • The yen appreciated again!1
  3. be fully aware of; realize fully1
    • Do you appreciate the full meaning of this letter?1
  4. recognize with gratitude; be grateful for1
  5. hold dear1

Wiktionary Translations for appreciate:

appreciate
verb
  1. to increase in value
  2. to be aware of
  3. to be grateful for something
appreciate
verb
  1. op prijs stellen

Cross Translation:
FromToVia
appreciate houden van; hechten aan; mogen; waarderen; beminnen; liefhebben aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.
appreciate hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
appreciate beseffen; bevatten; snappen comprendrecontenir en soi.
appreciate hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten estimerpriser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur.