Summary
English to Dutch: more detail...
- approval:
-
Wiktionary:
- approval → goedkeuring, instemming, permissie, toestemming, applaus, fiat
- approval → iets aangenaams, iets prettigs, bijval, fiat, goedkeuring, goedkeuren, aangenaamheid, behaaglijkheid, genoeglijkheid
English
Detailed Translations for approval from English to Dutch
approval:
-
the approval (consent; agreement; permission)
-
the approval (consent; sanctioning)
-
the approval (agreement; settlement; consent; make a compromise; come to terms; concurrence; chord; permission)
-
the approval (authorization; power of attorney; mandate; fiat; authority; licence; power; license; authorisation)
-
the approval (endorsement; acclaim; assent; finds general favour)
-
the approval
-
the approval
– The process of validating content before publishing. 1de goedkeuring -
the approval (approval activity)
– A workflow decision point that can be used to obtain authorization from a person before continuing in the workflow. 1
Translation Matrix for approval:
Related Words for "approval":
Synonyms for "approval":
Antonyms for "approval":
Related Definitions for "approval":
Wiktionary Translations for approval:
approval
Cross Translation:
noun
approval
-
acceptance
- approval → goedkeuring
-
permission
- approval → instemming; permissie; toestemming; goedkeuring
noun
-
geklap in de handen als teken van goedkeuring of bewondering
-
toestemming, goedkeuring
-
een toezegging dat iets geoorloofd is
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• approval | → iets aangenaams; iets prettigs; bijval; fiat; goedkeuring; goedkeuren; aangenaamheid; behaaglijkheid; genoeglijkheid | ↔ agrément — action d’agréer. |