Translate backdrop from English to Dutch

• back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
• drop: drop; druppel; weglaten; staande receptie; omlaagstorten; vallen; flikkeren; kiepen; tuimelen; kieperen; zakken; kelderen; dropping; verzenden; ontslaan; wegsturen; uitsturen; ontheffen; wegzenden; druppelen; druipen; sijpelen; droppen; afdruipen; druppen; uitdruppelen; druppels laten vallen; afzetten; laten uitstappen; seponeren; afzien van rechtsvervolging; afwerpen; afsmijten; borrel; neut; lazeren; oorlam; verwijderen; krimpen; inkrimpen; slinken; valhoogte
• Back: Terug

Translation Matrix for backdrop:

Synonyms for "backdrop":

Related Definitions for "backdrop":