Summary
English
Detailed Translations for bolt out from English to Dutch
bolt out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bolt: bout; moerbout; op hol slaan; tong; schoot; schuif; grendel; verschuifbare sluiting; bliksem; flits; bliksemslag; bliksemschicht; bliksemflits; knip; sluitinrichting voor deur of raam; builen; tapbout; schicht
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
bolt out:
Translation Matrix for bolt out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | beetle off; bolt; run off; run out |