English
Detailed Translations for breaker point from English to Dutch
breaker point: (*Using Word and Sentence Splitter)
- break: breken; stukbreken; aan stukken breken; pauze; onderbreking; tussenpoos; breuk; fractuur; kapot maken; slechten; rustpauze; verpozing; rust; rusttijd; rustpoos; moeren; kapotmaken; mollen; in stukken breken; kapotbreken; uitbreken; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; inslaan; verbrijzelen; kapotslaan; stukslaan; aan stukken slaan; met opzet kapotmaken; lunch; middagpauze; lunchpauze; lunchtijd; schafttijd; schaftuur; kapotgaan; stukgaan; speelkwartier; onklaar raken; knakken; ingooien; lichten; licht worden; zich misdragen
- breaker: golf; roller; breker; schender
- point: wijzen; attenderen; spitsen; pointe; aangeven; aanduiden; indiceren; wijzen naar; iets aanwijzen; punt; aanwijzen; point
breaker point:
Translation Matrix for breaker point:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | distributor point; point |