Summary
English to Dutch: more detail...
-
business leader:
The word business leader exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "business leader":
baron; big businessman; king; magnate; mogul; power; top executive; tycoon; businessman; man of affairs
-
Synonyms for "business leader":
English
Detailed Translations for business leader from English to Dutch
business leader: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Business: Werk
- business: zaken; aangelegenheden; affaires; bedrijf; onderneming; firma; zaak; geval; kwestie; aangelegenheid; affaire; bedrijfsleven; handel; commercie; maatschappij; vennootschap; coöperatie; maatschap; handelshuis; handelsbedrijf; kleine onderneming; winkelbedrijf; gebeurtenis; feit; voorval; incident; waar; koophandel; koopwaar; handelswaar; klandizie; nering
- busy: druk; bezet; drukbezet; bezig; actief; bedrijvig
- lead: begeleiden; leiden; voeren; meevoeren; besturen; leiding geven; aanvoeren; voorzitten; managen; lood; voorsprong; tip; wenk; vingerwijzing; vingerwenk; geleiding; elektrische geleiding; leiding; voorgaan; aanvoering; spoor; aanwijzing; aanknopingspunt; in goede banen leiden; loden; van loodglazuur voorzien; plombe; naaiplombe; sales lead; potentiële klant
- leader: hoofd; leider; aanvoerder; hoofdman; begeleider; gids; loods; leidsman; voorzitter; manager; bestuurder; kopstuk; pees; zeen; meerdere; baas; patroon; meester; superieur; groepsleider; chef; voorman; werkbaas; opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; kopman; lijstaanvoerder; opvulteken
business leader:
Translation Matrix for business leader:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | baron; big businessman; king; magnate; mogul; power; top executive; tycoon |