Detailed Translations for buzz off from English to Dutch
buzz off:
-
– leave immediately; used usually in the imperative form
1
opdonderen;
opkrassen;
inrukken;
oplazeren;
ophoepelen
-
opdonderen
verbe
(donder op, dondert op, donderde op, donderden op, opgedonderd)
-
opkrassen
verbe
(kras op, krast op, kraste op, krasten op, opgekrast)
-
inrukken
verbe
(ruk in, rukt in, rukte in, rukten in, ingerukt)
-
oplazeren
verbe
(lazer op, lazert op, lazerde op, lazerden op, opgelazerd)
-
ophoepelen
verbe
(hoepel op, hoepelt op, hoepelde op, hoepelden op, opgehoepeld)
Translation Matrix for buzz off:
Synonyms for "buzz off":
Related Definitions for "buzz off":
-
leave immediately; used usually in the imperative form1
External Machine Translations:
Related Translations for buzz off