English
Detailed Translations for closed circuit from English to Dutch
closed circuit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- close: afsluiten; dichtdoen; sluiten; toedoen; toemaken; dichtmaken; toetrekken; gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; effen; geslepen; vlakuit; benauwd; muf; drukkend; bedompt; gehecht; verknocht; stoppen; dichten; dichtstoppen; dichtgaan; toevallen; dichtvallen; zich sluiten; eindig; vergankelijk; voorbijgaand; toedraaien; ternauwernood; rakelings; dichtbij; vlakbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen
- closed: dicht; gesloten; toe; afgesloten; dicht zijn; geloken
- circuit: circuit; schakeling; stroomkring
closed circuit:
Translation Matrix for closed circuit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | loop |