Summary
English to Dutch: more detail...
-
cross off:
The word cross off exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "cross off":
cross out; strike out; strike off; mark; take away; take out
-
Synonyms for "cross off":
English
Detailed Translations for cross off from English to Dutch
cross off: (*Using Word and Sentence Splitter)
- cross: overschrijden; kruis; gebaar na gebed; kruisvorm; boos; kwaad; giftig; nijdig; verbolgen; gebelgd; vertoornd; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; kruisje; teleurstellen; tegenvallen; afvallen; benadelen; ontgoochelen; frustreren; duperen; laten zakken; kruisbeeld; crucifix; oversteken; narrig
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
cross off:
Translation Matrix for cross off:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | cross out; mark; strike off; strike out |