Summary
English to Dutch: more detail...
- exceeding:
- exceed:
-
Wiktionary:
- exceed → overschrijden, overstijgen, overtreffen, ontstijgen
- exceed → domineren, overheersen, uitschitteren, overtreffen, te boven gaan, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven, overstijgen, overschrijden, bevangen, overwinnen, verslaan, zegevieren, overgaan, oversteken
English
Detailed Translations for exceeding from English to Dutch
exceeding:
-
the exceeding (exceeding of the budget)
-
exceeding (defiant)
Translation Matrix for exceeding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
overschrijding | exceeding; exceeding of the budget | going beyond; going beyond the time; overdraw; overdraw of one's account; overstaying; overstaying one's welcome; overstepping; overstepping the conventions; stepping across; transgressing |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
overtreffend | defiant; exceeding | |
- | exceptional; olympian; prodigious; surpassing | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
overschrijding van budget | exceeding; exceeding of the budget | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tartend | defiant; exceeding | braving; defiant; defying; facing; provoking |
Related Words for "exceeding":
Synonyms for "exceeding":
Related Definitions for "exceeding":
exceed:
-
to exceed
overtreffen; voorbijstreven-
voorbijstreven verbe (streef voorbij, streeft voorbij, streefde voorbij, streefden voorbij, voorbij gestreefd)
-
to exceed (surpass; transcend; excel)
-
to exceed (surpass; outbid; transcend; excel)
Conjugations for exceed:
present
- exceed
- exceed
- exceeds
- exceed
- exceed
- exceed
simple past
- exceeded
- exceeded
- exceeded
- exceeded
- exceeded
- exceeded
present perfect
- have exceeded
- have exceeded
- has exceeded
- have exceeded
- have exceeded
- have exceeded
past continuous
- was exceeding
- were exceeding
- was exceeding
- were exceeding
- were exceeding
- were exceeding
future
- shall exceed
- will exceed
- will exceed
- shall exceed
- will exceed
- will exceed
continuous present
- am exceeding
- are exceeding
- is exceeding
- are exceeding
- are exceeding
- are exceeding
subjunctive
- be exceeded
- be exceeded
- be exceeded
- be exceeded
- be exceeded
- be exceeded
diverse
- exceed!
- let's exceed!
- exceeded
- exceeding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for exceed:
Noun | Related Translations | Other Translations |
overtreffen | exceed; excelling | |
voorbijstreven | outstrip | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
overstijgen | exceed; excel; surpass; transcend | |
overtreffen | exceed; excel; outbid; surpass; transcend | outshine |
voorbijstreven | exceed | |
- | go past; outdo; outgo; outmatch; outperform; outstrip; overstep; pass; surmount; surpass; top; transcend |
Related Words for "exceed":
Synonyms for "exceed":
Related Definitions for "exceed":
Wiktionary Translations for exceed:
exceed
Cross Translation:
verb
exceed
-
to go beyond the limits of something
- exceed → overschrijden; overstijgen
-
to be better than something else or than expected or desirable
- exceed → overtreffen; overstijgen
-
to be larger, greater than something else or than expected or desirable
- exceed → overstijgen; overtreffen; overschrijden
verb
-
iets overtreffen, meer of beter worden dan iets
-
de overzijde van een grens betreden
-
een voorheen behaald niveau te boven gaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exceed | → domineren; overheersen; uitschitteren; overtreffen; te boven gaan; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven | ↔ dominer — commander souverainement, avoir une puissance absolue. |
• exceed | → overstijgen; overschrijden; te boven gaan | ↔ excéder — outrepasser, aller au-delà de certaines limites. |
• exceed | → bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; overgaan; oversteken; te boven gaan; overtreffen; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven | ↔ surmonter — monter au-dessus. |