Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate exercise authority

Translate exercise authority from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

exercise authority:
- overheersen; regeren; heersen; gezaghebben; macht uitoefenen

English

Detailed Translations for exercise authority from English to Dutch

exercise authority:

exercise authority verbe

exercise authority (reign; rule; order; exert power)
overheersen; regeren; heersen; gezaghebben; macht uitoefenen
- overheersen verbe (overheers, overheerst, overheerste, overheersten, overheerst)
- regeren verbe (regeer, regeert, regeerde, regeerden, geregeerd)
- heersen verbe (heers, heerst, heerste, heersten, geheerst)
- gezaghebben verbe
- macht uitoefenen verbe (oefen macht uit, oefent macht uit, oefende macht uit, oefenden macht uit, macht uitgeoefend)

Translation Matrix for exercise authority:

Noun	Related Translations	Other Translations
regeren		governing; ruling
Verb	Related Translations	Other Translations
gezaghebben	exercise authority; exert power; order; reign; rule
heersen	exercise authority; exert power; order; reign; rule	have the upper hand; prevail; reign; rule; spread a disease
macht uitoefenen	exercise authority; exert power; order; reign; rule
overheersen	exercise authority; exert power; order; reign; rule	be the one in control; dominate; have the upper hand; predominate; prevail
regeren	exercise authority; exert power; order; reign; rule

External Machine Translations:

Related Translations for exercise authority