Summary
English to Dutch: more detail...
-
get-at-able:
-
Wiktionary:
get-at-able → bescheiden, matig, gematigd, schappelijk, sober, aanspreekbaar, genaakbaar, toegankelijk, betaalbaar -
Synonyms for "getatable":
come-at-able; get-at-able; accessible -
Synonyms for "get-at-able":
come-at-able; getatable; accessible
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for get-at-able from English to Dutch
get-at-able: (*Using Word and Sentence Splitter)
- get: halen; pakken; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen; binnenhalen; binnenbrengen; begrijpen; inzien; snappen; met het verstand vatten; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; inrukken; oplazeren
- at: te; via; ter; bij; erbij; erop; in; aan; tot; totdat; tot bij; naar; ergens naartoe; à; ten; ten huize van
- able: in staat; fysiek in staat; geschikt; bekwaam; capabel; competent; deskundig; vakkundig; vakbekwaam; oordeelkundig; ter zake kundig; knap; intelligent; handig; vaardig; kundig; behendig; bedreven; geoefend
getatable:
Translation Matrix for getatable:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | come-at-able; get-at-able |
Synonyms for "getatable":
Related Definitions for "getatable":
get-at-able:
Translation Matrix for get-at-able:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | come-at-able; getatable |
Synonyms for "get-at-able":
Related Definitions for "get-at-able":
Wiktionary Translations for get-at-able:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• get-at-able | → bescheiden; matig; gematigd; schappelijk; sober; aanspreekbaar; genaakbaar; toegankelijk; betaalbaar | ↔ abordable — rare|fr Qu’on peut aborder. |