English
Detailed Translations for go to sleep from English to Dutch
go to sleep: (*Using Word and Sentence Splitter)
- go: gaan; vertrekken; weggaan; opstappen; heengaan; opbreken; zich begeven; lopen; stappen; zich voortbewegen; weg; heen; vort; ksst; beurt; spelletje; rondje; afleggen; meters maken
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
- sleep: slapen; pitten; maffen; meuren; slaap; winterslaap; slaapstand
go to sleep:
Translation Matrix for go to sleep:
Other | Related Translations | Other Translations |
- | fall asleep |