Summary
English to Dutch: more detail...
- legitimate:
-
Wiktionary:
- legitimate → legitiem
- legitimate → rechtmatig, echt, legitiem, wettig, gewettigd, legaal, wettelijk, eigenlijk, heus, waar, waarachtig, reëel, werkelijk, daadwerkelijk, wezenlijk, gegrond, gelijk hebbend, juist
English
Detailed Translations for legitimately from English to Dutch
legitimately:
Translation Matrix for legitimately:
Adverb | Related Translations | Other Translations |
- | lawfully; licitly | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | reasonably |
Related Words for "legitimately":
Synonyms for "legitimately":
Antonyms for "legitimately":
Related Definitions for "legitimately":
legitimately form of legitimate:
-
legitimate (legal; lawful; valid in law; rightful)
-
legitimate (valid; lawful)
-
legitimate (convincing; reasonable; valid; solid; sound)
gegrond; gefundeerd; degelijk; op goede gronden steunend; solide; aannemelijk; steekhoudend; logisch-
gegrond adj
-
gefundeerd adj
-
degelijk adj
-
solide adj
-
aannemelijk adj
-
steekhoudend adj
-
logisch adj
-
-
legitimate (lawful; justified; rightful; warranted)
rechtvaardig; billijk; rechtmatig; wettig; gewettigd; wetmatig-
rechtvaardig adj
-
billijk adj
-
rechtmatig adj
-
wettig adj
-
gewettigd adj
-
wetmatig adj
-
-
legitimate (justified; warranted; well-founded; reasoned)
-
legitimate (lawful)
-
legitimate (on legitimate grounds)
-
legitimate (justified; warranted)
Translation Matrix for legitimate:
Related Words for "legitimate":
Synonyms for "legitimate":
Antonyms for "legitimate":
Related Definitions for "legitimate":
Wiktionary Translations for legitimate:
legitimate
Cross Translation:
adjective
-
in overeenstemming met alle eisen van de wet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• legitimate | → rechtmatig; echt; legitiem; wettig; gewettigd; legaal; wettelijk | ↔ légitime — droit|fr Qui a les conditions, les qualités requérir par la loi. |
• legitimate | → echt; eigenlijk; heus; waar; waarachtig; reëel; werkelijk; daadwerkelijk; wezenlijk | ↔ réel — véritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure. |
• legitimate | → waar; echt; eigenlijk; heus; waarachtig; gegrond; gelijk hebbend; juist | ↔ vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement. |